|
||||||||
|
Je associeert de muziek, die Patáx maakt, niet meteen me het Spanje, waar ze vandaan komen en waar ze vandaag de absolute top zijn op het vlak van muziek, die mensen aan het dansen brengt. Dat heeft heel veel te aken met de figuur van percussionist Jorge Perez, die je rustig als de drijvende kracht van het gezelschap kunt beschouwen. Hij schrijft haast alle nummers zelf en bepaalt ook welke covers er in het programma opgenomen zullen worden. De overige negen meden van de band hebben het vermogen zich helemaal in zijn songs en zijn keuzes in te leven en keer op keer te spelen alsof het hun laatste optreden betreft. Perez is in het Amerikaanse Boston geboren en hij studeerde er ook aan het Berklee College of Music, voorwaar niet de school, waar je zomaar binnen komt. Wie daar studeert, moet blijk geven van behoorlijk uitzonderlijke kunde en wie er buiten komt, heeft in de tussentijd een reputatie en een netwerk opgebouwd, waar hij/zij eigenlijk de rest van zijn dagen kan op teren. In het geval van Perez vallen dan namen als John Patitucci en Joe Lovano en toen hij na zijn studies naar Spanje terugkeerde en Patáx oprichtte, was dat het begin van een heel bijzondere carrière die nu, ruim een dozijn jaren verder, geleid heeft tot een tiental platen en ontelbare concerten in zowat alle uithoeken van de wereld. Niet alleen zijn eigen songs, maar zeer zeker ook zijn vermogen om andermans werk te arrangeren, zijn de hoekstenen van een loopbaan, waarvan je zonder schroom kunt zeggen dat ze meer dan succesvol is. Wie het aandurft o zowel Madonna als Michael Jackson te arrangeren, wie Jimi Hendrix en de Beatles in een nieuw jasje weet te steken en te laten klinken alsof ze oorspronkelijk van zijn eigen hand zijn, zo iemand is simpelweg een meester in zijn vak. Op deze nieuwe en live opgenomen plaat is Prince de gelukkige: zijn Kiss en Purple Rain worden, bij wijze van afsluiter van het 75 minuten durende feestje vakkundig tot een medley van ruim 6 minuten gekneed en worden helemaal tot Patáx hervormd. Daartoe zijn er niet alleen de tien muzikanten, maar Perez wist ook een driettal zangeressen te stikken om hun vocale kunnen te komen etaleren. Er is Aurora Garcia, uit Madrid afkomstig, maar met een soulstem waarvan je denkt dat ze alleen uit het diepe zuiden van de States kan komen. Er is Alana Sinkey, van Portugese komaf, maar zo Afrikaans klinkend als je maar kunt dromen en er is ook de uit de gospel afkomstige Génesis de Jesus, die een paar jaar geleden schitterde in de Spaanse versie van “The Voice”. Verder maakt Perez er een fijne gewoonte van om een danseres mee op het podium te nemen. In dit geval is dat Sara Sanchez, die haar vorming kreeg in de Flamenco en, zoals we weten, zitten daar geweldige dansers en danseressen. Als je dus met al dat talent een plaat opneemt; dan krijg je als resultaat een stomende, hete set, die na vijf kwartier afloopt, maar waarbij je niet de tijd hebt om op je uurwerk te kijken. Ik was er uiteraard niet zlef bij, maar geloof me vrij: nu ik de plaat enkele keren gehoord en beluisterd heb, zou ik willen dat ik erbij geweest was. “Overweldigend” is het woord dat in mij opkomt, as ik terugdenk aan dat ik aan blazers, gitaren, toetsen en percussie hoorde. Echt een geweldige live-plaat, die doet uitkijken naar een concert van een band, die ik zonder overdrjjven aan iedereen durf aanbevelen. Die groove is namelijk onweerstaanbaar. Te ontdekken ! (Dani Heyvaert)
|